Saunagebruik
Het gebruik van een sauna is meer dan ‘even uitzweten’. Het is een bijzonder ritueel, dat uit verschillende stappen bestaat. Neem rustig de tijd voor een optimaal effect.
Een saunabezoek begint altijd met douchen. Daarna volgt een uitgebreid programma:
1. Voetenbad.
De temperatuur van het water is net iets hoger dan 40 graden. Door de prikkeling van de voetzolen wordt de bloedsomloop gestimuleerd. De bloedvaten verwijden zich en de poriën in uw huid staan open. Dit is een goede voorbereiding op de warmte die nog komen gaat!
2. Saunaronde.
U gaat 8 tot 15 minuten een saunacabine in, liggend of zittend op een handdoek. Afvalstoffen verdwijnen uit het lichaam doordat u transpireert. Op het moment dat het te warm voor u wordt, verlaat u de cabine.
3. Afkoelen in de buitenlucht.
Door naar buiten te gaan en zuurstofrijke lucht in te ademen, stimuleert u de bloedsomloop. Er zijn verschillende mogelijkheden om lekker af te koelen. Wat dacht u van een neveldouche, een regendouche, een waterput of zelfs scrubijs? U hoeft niet bang te zijn dat uw lichaam te veel afkoelt, u houdt voldoende warmte uit de sauna vast.
4. Het dompelbad.
Lekker fris! De watertemperatuur is 12 graden en dat is goed voor de afwisseling. Opwarmen, afkoelen en weer opwarmen is gezond voor het lichaam.
5. Voetenbad.
Na het dompelbad maakt u opnieuw gebruik van het voetenbad. Tien minuten is voldoende.
6. Uitrusten.
Het is goed om tussen twee saunaronden zeker een uur te rusten. Bezoek bijvoorbeeld het restaurant of de bar voor een gezonde snack of vers geperst sapje vól anti-oxidanten. Zo werkt u zowel van binnen als van buiten aan een gezond lichaam. Gewoon lekker liggen in een van de rustruimtes kan natuurlijk ook! In onze sauna hangt een uitvoerige beschrijving waarin precies staat hoe u de sauna het best kunt gebruiken. U kunt een saunaronde zo vaak herhalen als u wilt. Neem in elk geval alle tijd en geniet!